Statenvertaling
Wanneer zij gezondigd zullen hebben tegen U (want geen mens is er, die niet zondigt), en Gij tegen hen vertoornd zult zijn, en hen leveren zult voor het aangezicht des vijands, dat degenen, die hen gevangen hebben, hen gevankelijk wegvoeren in des vijands land, dat verre of nabij is.
Herziene Statenvertaling*
Wanneer zij tegen U hebben gezondigd – er is immers geen mens die niet zondigt – en U toornig op hen bent, en hen overlevert aan de vijand, zodat zij die hen gevangengenomen hebben, hen als gevangenen wegvoeren naar het land van de vijand, ver weg of dichtbij,
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Wanneer zij tegen U zondigen (er is immers geen mens die niet zondigt) en Gij op hen toornig wordt en hen overlevert aan een vijand, zodat men hen als gevangenen wegvoert naar het land van de vijand, ver of nabij,
King James Version + Strongnumbers
If H3588 they sin H2398 against thee, (for H3588 there is no H369 man H120 that H834 sinneth H2398 not,) H3808 and thou be angry H599 with them, and deliver H5414 them to H6440 the enemy, H341 so that they carry them away H7617 captives H7617 unto H413 the land H776 of the enemy, H341 far H7350 or H176 near; H7138
Updated King James Version
If they sin against you, (for there is no man that sins not,) and you be angry with them, and deliver them to the enemy, so that they carry them away captives unto the land of the enemy, far or near;
Gerelateerde verzen
Psalmen 130:3 | 2 Koningen 17:18 | Job 15:14 - Job 15:16 | Jesaja 64:6 | Jesaja 53:6 | Romeinen 3:19 | Job 14:4 | Lukas 21:24 | Galaten 3:22 | Psalmen 143:2 | Psalmen 19:12 | Leviticus 26:34 - Leviticus 26:39 | Spreuken 20:9 | Deuteronomium 28:36 | Deuteronomium 29:28 | 2 Koningen 17:6 | Prediker 7:20 | Deuteronomium 28:64 - Deuteronomium 28:68 | 2 Kronieken 6:36 | 2 Koningen 25:21 | Jakobus 3:2 | 1 Johannes 1:8 - 1 Johannes 1:10 | 2 Koningen 17:23 | Daniël 9:7 - Daniël 9:14 | Romeinen 3:23 | Deuteronomium 4:26 - Deuteronomium 4:27